maandag 17 februari 2014

De moeizame zoektocht naar eerlijk goud

Het zijn cijfers om van te duizelen: één gouden ring zorgt voor 20 ton hoogtoxisch afval en een verbruik van 50.000 liter zoet water. Bovendien zijn mijnbouwbedrijven zelden kampioen in respect voor de lokale bevolking. De sector probeert dat negatieve imago bij te sturen met standaarden en codes, terwijl ngo’s samenwerken met coöperaties van artisanale mijnbouwers voor de productie van eerlijk goud. De eerste fairtradejuwelen zijn in 2011 verkocht, maar er moeten nog veel obstakels overwonnen worden vooraleer die mijnbouwers een betere – gouden? – toekomst wacht.
 
 
 
Gold rush
 
Eeuwenlang al delft de mens naar goud, zilver en andere edele metalen. De Romeinen zetten op grote schaal slaven in om in alle uithoeken van het Rijk goudaders bloot te leggen. Vandaag is goud behalve een gebruiksproduct – in juwelen, maar ook in elektronica en gsm’s – vooral een investeringsproduct. De prijs van goud is de afgelopen jaren de hoogte in geschoten en Westerse mijnbouwmultinationals zijn overal ter wereld op zoek naar goudaders. Lokale overheden delen graag concessies uit om een graantje mee te pikken, maar het zijn de multinationals en hun aandeelhouders die met het goud en de winst gaan lopen. Op vele plaatsen nemen conflicten met lokale gemeenschappen en milieuverenigingen hand over hand toe. Sommigen spreken van een nieuwe kolonisatiebeweging en een nieuwe gold rush.

Industriële mijnbouw
 
Tot de 19de eeuw staat mijnbouw synoniem aan zware handenarbeid. Sindsdien gaapt een kloof tussen grootschalige ‘industriële’ en kleinschalige ‘artisanale’ mijnbouw. 80 tot 95% van het goud wordt industrieel gewonnen, zonder twijfel één van de meest vervuilende activiteiten ter wereld. In die open-pit mijnen – enorme kraters in het landschap – wordt meestal cyanide gebruikt om het goud te scheiden van de overige ertsen. Een neveneffect van dit proces is het vrijkomen van zware, kankerverwekkende metalen als lood en arseen, ook wel zure drainage genoemd. Sommige mijnen slaan hun chemisch afval op in bekkens zodat de cyanide kan verdampen, maar de voorbeelden van doorgebroken dijken zijn legio.
 
Daarnaast hebben mijnbouwgiganten enorme hoeveelheden water nodig voor het spoelen van de ertsen en het afkoelen van de zware machines. Gevolg is een ernstige daling van het grondwaterpeil, een ramp voor lokale gemeenschappen. Ecologische rampen zijn trouwens geen privilege van het Zuiden. In 2000 zorgt een lek bij de Roemeense goudmijn Baia Mare voor 100.00 ton afvalwater in de Tisza rivier. De cyanidewolk legt 1500 kilometer af en vervuilt het drinkwater van 2,5 miljoen mensen.
 
 

Geen inspraak
 
Het goud van de Olympische medailles van Londen 2012 komt uit de gloednieuwe Oyu Tolgoi mijn van de multi-national Rio Tinto in het zuiden van Mongolië. De Undai rivier, de enige bovengrondse bron van water in de omgeving, wordt omgelegd zonder de lokale bevolking te consulteren. Nochtans moeten mijnbedrijven volgens ILO-conventie 169 de lokale inheemse bevolking raadplegen en laten delen in de opbrengsten.
 
In de praktijk gebeurt het zelden. Integendeel, gemeenschappen die protesteren krijgen te maken met de privé-militie van de mijneigenaars. Op hulp van overheid, justitie en politie hoeven zij meestal niet te rekenen, want die kiezen om financiële redenen vaak de kant van het mijnbedrijf. Ondernemingen die het slimmer aanpakken bouwen schooltjes, gezondheidsklinieken en sportveldjes om goodwill te creëren.
 

Schone schijn?
 
Om al die negatieve publiciteit te counteren, richten enkele mijnbedrijven in 2001 de International Council on Mining and Metals (ICMM) op, met als doel standaarden te creëren en good practices voor milieu en lokale bevolking te ontwikkelen. Vanuit de goudhandelaars en de juwelenindustrie ziet in 2005 de Responsible Jewellery Council (RJC) het licht. Vlak voor de Olympische Spelen 2012 wordt Rio Tinto als eerste bedrijf gecertificeerd. Dit leidt meteen tot felle reacties bij ngo’s en milieu-organisaties. In het rapport More Shine than Substance concluderen zij het volgende: “Zowel het systeem als de RJC-code zit vol achterpoortjes die het geheel ongeloofwaardig maken. Rio Tinto wordt als bedrijf gecertificeerd, terwijl vele van haar mijnen totaal niet aan de criteria van de code voldoen.”
 
Het Initiative for Responsible Mining Assurance (IRMA) brengt sinds 2006 wel ngo’s en industrie samen en mikt op standaarden met controle door externe organisaties, naar analogie met processen als FSC in de houtsector. IRMA hoopt in de loop van 2015 te kunnen starten met de certificering van mijnsites.

Goud:Eerlijk
 
Zot! Hoe durf je me met een gouden ring ten huwelijk vragen?” In het filmpje krijgt de would-bebruidegom er nog een klap bovenop. Op die manier probeert GOUD:EERLIJK? consumenten wakker te schudden. De campagne gaat uit van de Vlaamse organisaties Catapa, Netwerk Bewust Verbruiken en Ecolife. Maar ook elders in Europa en in de Verenigde Staten stelt men de laatste tien jaar de wantoestanden in de goudwinning aan de kaak. Om de mijnmultinationals tot op de London Stock Exchange op de huid te zitten, starten ngo’s, mensenrechten- en milieuorganisaties het London Mining Network.


Artisanale mijnbouw
 
In de goudsector is er nog een tweede realiteit. 10 tot 15% van de wereldwijde goudproductie of 200 tot 300 ton per jaar wordt niet gedolven door grote mijnbouwbedrijven maar door 15 miljoen artisanale mijnbouwers. Vaak werken zij in de illegaliteit, omdat overheden niet geneigd zijn hen concessies te geven. Veilig is hun werk allerminst omdat zij meestal kwik gebruiken om het erts te scheiden. Het inademen van giftige kwikdampen zorgt voor neurologische stoornissen en andere gezondheidsproblemen. Kinderen werken vaak op jonge leeftijd mee. De prijs die deze artisanale mijnbouwers krijgen voor hun goud volstaat zelden om uit de vicieuze cirkel van armoede te geraken, aangezien ze de speelbal zijn van gewiekste opkopers.
 

Oro Verde
 
Het kan ook anders. Langs de Pacifische kust van Colombia leven vele afstammelingen van Afrikaanse slaven. Begin jaren 90 krijgen deze afro-gemeenschappen van de overheid collectieve rechten op gronden. Velen van hen zijn gouddelvers van vader op zoon, op een ambachtelijke manier en zonder het gebruik van cyanide of kwik. Om het erts te scheiden gebruiken ze een plantenextract. Wanneer zij in de jaren 90 worden geconfronteerd met de verwoestende praktijken van buitenlandse mijnbedrijven richten zij Oro Verde op. Doel van deze coöperatie is om de doorgegeven kennis te combineren met hedendaagse technische expertise om zo van gouddelven een stabiele inkomstenbron te maken. En dat op een manier die het tropische woud vrijwaart.
 
Dit voorbeeld inspireert andere Latijns-Amerikaanse gemeenschappen, ngo’s en milieu-activisten tot de oprichting van de Alliance for Responsible Mining (ARM). Zij nemen de handschoen op om de buitenwereld te tonen dat kleinschalige, artisanale goudwinning wel degelijk kan bijdragen tot armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. In 2006 volgt in overleg met organisaties van gouddelvers een eerste standaard met criteria.
 

Fairtrade & Fairmined
 
In 2009 springt ook de Fairtrade Labelling Organisation (FLO), het huidige Fairtrade International, op de kar. Het resultaat van de samenwerking tussen ARM en FLO is de Fairtrade & Fairmined standaard. Wie aan de criteria beantwoordt, verkrijgt het FT & FM-label.
 
Een belangrijk element is de traceerbaarheid: de hele keten wordt gecertificeerd, van de mijn zelf tot de juwelier en het eindproduct. De consument kan dus achterhalen waar het goud in zijn juweel vandaan komt. De gouddelvers moeten zich democratisch verenigen en bovenop de fairtrademinimumprijs ontvangen zij een fairtradepremie die moet worden geïnvesteerd in projecten waarover ze samen beslissen. Kinderarbeid is verboden. Opvallend: er zijn wel richtlijnen rond een veilig gebruik van cyanide of kwik, maar de producten zelf worden niet verboden, wegens een gebrek aan alternatieven op vele plaatsen. Mijnbouwers die het zonder doen, krijgen wel een financiële bonus voor hun ‘ecologisch goud’.
 

Eindelijk: eerlijk goud
 
In januari 2011 produceert de coöperatie Cotapata uit Bolivia de eerste FT & FM gecertificeerde goudstaaf, het resultaat van een pilootproject van Cumbre del Sajama, een Boliviaanse organisatie die mijngemeenschappen ondersteunt. Het project kreeg financiële steun van het Trade for Development Centre, een programma van het Belgisch ontwikkelingsagentschap (BTC) dat fair trade en duurzame handel ondersteunt. Twee jaar lang werden verschillende criteria uitvoerig getest, werd de traceerbaarheid van het goud geëvalueerd en kregen mijnwerkers opleidingen in de principes van eerlijke handel.
 
Andere mijnen in Peru, Colombia en Ecuador volgen het voorbeeld van Cotapata en doorlopen alle stadia van het certificatieproces. Om binnen enkele jaren ook Afrikaans goud te kunnen certificeren, werkt de Britse Fairtrade Foundation sinds 2012 samen met acht mijngroepen in Kenia, Tanzania en Oeganda. Een voorbeeld dat navolging krijgt wanneer ARM met Franse steun projecten opstart in Burkina Faso, Mali en Senegal.
 
Het eerlijke goud bereikt Groot-Brittannië op Valentijnsdag 2011. Een jaar later zijn al veertig Britse juweeldesigners aan boord. Tijdens de Oscaruitreiking loopt de vrouw van acteur Colin Firth met een eerlijk juweel over de rode loper. Andere landen volgen en er komt ook uitbreiding naar zilver en platinum. In België is de eer voor Ana Kindermans, een juwelierster uit Heusden-Zolder.

 
Ontgoocheling
 
Vraag je de coöperatie Santa Filomena in Peru naar de voorlopige balans van al dit werk, dan krijg je ongetwijfeld een positief antwoord. Met een fairtradepremie van $100.000 op twee jaar tijd hebben zij de dorpsschool opgeknapt en een magazijn gebouwd. Maar vele andere mijnbouwers zijn ontgoocheld. Cotapata bijvoorbeeld heeft de afgelopen drie jaar amper 1% van zijn productie onder fairtradevoorwaarden verkocht. De kosten voor certificatie liggen voorlopig hoger dan de inkomsten uit de premie. “De vraag volgt voorlopig het aanbod niet”, legt Patrick Schein van ARM uit. “De markt voor eerlijk goud moet zich nog volop ontwikkelen en dat vraagt tijd. Bovendien situeert de groei van de juwelenindustrie zich vooral in Rusland en Azië waar fair trade nog maar net is doorgedrongen.” Een ander probleem is de kost van de premie. Omdat die procentueel is bepaald, stijgt die mee met de goudprijs. Die meerkost zou volgens juweliers de verkoop aanzienlijk bemoeilijken. Vanuit de mijncoöperaties is de boodschap duidelijk: “Als de situatie niet snel verandert, is het voor ons niet langer haalbaar om de certificatieprocedure te betalen.”
 

Breuk
 
In hun zoektocht naar oplossingen beslissen FLO en ARM begin 2013 om de samenwerking stop te zetten. “We zijn trots op onze verwezenlijkingen, maar door elk onze eigen weg te gaan, denken we meer kansen te kunnen creëren voor artisanale mijnbouwers”, luidt het persbericht. Concreet zijn er sinds januari 2014 niet één, maar twee labels voor verantwoord goud: het Fairtrade label en het Fairmined label. De algemene verwachting was dat de verschillen niet zozeer bij de criteria voor de mijnbouwers zouden liggen, maar eerder bij de marktvoorwaarden. De bekendmaking van de nieuwe FLO-standaard in november 2013 lijkt dat alvast te bevestigen.
 
De organisatievorm voor mijnbouwers is versoepeld, een duidelijke opening naar Afrika waar de mijnbouwers niet georganiseerd zijn in coöperaties. Maar de belangrijkste aanpassingen situeren zich verderop in de keten. Zo is er gesleuteld aan de criteria rond de samenstelling van juwelen en het gebruik van componenten waarvoor geen fairtrade-alternatief bestaat. Naast de klassieke certificatie komt er ook een systeem voor kleinere juwelenmakers die minder dan 500 gram goud of 2 kg zilver gebruiken. Zij komen in een register van goudsmeden terecht zonder dat ze licenties hoeven te betalen. Hun producten krijgen geen label, maar ze mogen wel communiceren met de klanten over de aanwezigheid van eerlijk goud in het product.
 
Er is echter nog een belangrijk verschil met de oude standaard: om de meerprijs voor de consument op een redelijk niveau te houden en de artisanale mijnbouwers een groter marktaandeel te bezorgen, is de fairtradepremie niet langer een percentage van de eindprijs, maar een vast bedrag van $ 2.000 per kilogram.
 

Hoop
 
Ook ARM kondigde intussen aan dat het naast certificatie op basis van een aangepaste standaard op zoek wil naar business-to-business modellen voor niet-gelabelde producten, “om merken die openstaan voor meer ethiek in hun bevoorradingsketen en artisanale mijnbouw samen te brengen”. Begin 2014 publiceerde ARM zijn herwerkte standaard. Voor de controles werken ze  samen met het Zwitserse IMO en met het Amerikaanse SCS. Dat laatste bewijst dat ARM nadrukkelijk naar de Amerikaanse markt kijkt.
 
“Misschien was de breuk tussen ARM en FLO wel het beste wat de fairtrademarkt kon overkomen”, stelt Rob Bates, journalist van het gespecialiseerde juweliers-magazine JCK. Ook Greg Valerio van FLO is hoopvol: “De aanpassing van de premie heeft al interesse opgewekt bij grote bedrijven. Omwille van strengere internationale regels rond conflictmineralen moeten zij uitkijken naar ‘propere’ bronnen. Ook al zijn grote spelers in de juwelenindustrie niet geïnteresseerd in co-branding met een fairtradelabel, de traceerbaarheid van ons model opent wel perspectieven.”
Ook bij de coöperaties in Latijns-Amerika leeft de hoop op. Ana Paz, financieel verantwoordelijke van Cotapata: “Ondanks alles beschouwen we de kosten voor de certificatie niet als weggegooid geld. We hebben een hele weg afgelegd en veel geleerd op vlak van organisatie, milieu en arbeidscontracten. Dat geeft ons een grote voorsprong, zeker wanneer de Boliviaanse overheid strenger gaat optreden in de mijnbouwsector.”
 
 
Trade for Development Centre
januari 2014
 
Foto's
1. Australische open-pit goudmijn © Sacha Grant
2. Illegale mijn in Colombia © Campagne Goed Goud
3. Artisanale mijnbouwers in de Rayo Rojo mijn in Bolvia © ARM
 
Bronnen
GOUD:EERLIJK?: www.goudeerlijk.be
London Mining Network: www.londonminingnetwork.org
ICMM: www.icmm.com
RJC: www.responsiblejewellery.com
More Shine than Substance, rapport van o.a. Earthworks, mei 2013. Te downloaden via nodirtygold.earthworksaction.org
IRMA: www.responsiblemining.net
Oro Verde: www.greengold-oroverde.org
ARM: www.communitymining.org
FLO: www.fairtrade.net/gold.html, www.fairgold.org
Cotapata: www.befair.be/nl/content/cumbre-del-sajama-eerlijk-boliviaans-goud
Valerian Mazataud, Antoine Dion-Ortega et Pierrick Blin, Bolivie: de l’or équitable, vraiment?,
www.jobboom.com/carriere/bolivie-de-l-or-equitable-vraiment
Rob Bates, Fair Trade Gold: an update, www.jckonline.com/blogs/cutting-remarks/2013/08/30/fair-trade-gold-update
Marc Choyt, New marks unveiled for Fairtrade gold and precious metals: www.fairjewelry.org/new-marks-unveiled-for-fairtrade-gold-and-precious-m...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten