maandag 10 februari 2014

Zeg het met bloemen: over ethiek en duurzaamheid in de bloemenketen

In 2007 riep de Britse minister van Internationale Samenwerking Hilary Benn consumenten op om Nederlandse bloemen geteeld in serres links te laten liggen en Keniaanse rozen te kopen. Zijn argumenten: beter voor het milieu en goed voor de werkgelegenheid en de ontwikkelingskansen van het land. Maar klopt dat wel? Hoe duurzaam zijn geteelde bloemen uit het Zuiden en hoe kwalitatief zijn de werkomstandigheden? En waar staat fair trade in dit verhaal?


Delokalisatie


“Nederland bloemenland”, het is een uitspraak die nog maar gedeeltelijk klopt. Twee derde van de Europese handel in sierteeltgewassen verloopt nog steeds via Nederlandse bloemenveilingen, goed voor een omzet die in de miljarden loopt. Maar de bloemen zelf komen sinds de jaren 90 steeds vaker uit Oost-Afrika. Zo importeerden onze noorderburen in 2010 drie miljard rozen uit Kenia, grotendeels bestemd voor export naar de rest van Europa.
Landen in de buurt van de evenaar hebben sterke troeven in handen voor de teelt van snijbloemen: twaalf uur zonlicht per dag, genoeg regen en ideale temperaturen. Tel daar de lage arbeidskost en de beschikbaarheid van moderne transportmiddelen bij en je begrijpt waarom het economisch winstgevend is om vandaag bloemen te laten plukken op een Keniaanse flower farm en ze overmorgen te verkopen in een bloemenwinkel 7.000 km daarvandaan.


Koploper Kenia

Hilary Benn heeft alleszins een punt als je kijkt hoe belangrijk de bloemenindustrie is geworden voor de Oost-Afrikaanse economieën. Jarenlang kende de sector in Kenia een groei van 20%. Vandaag maken bloemen meer dan 10% uit van de totale export, goed voor een tweede plaats na koploper thee. Tienduizenden jonge vrouwen zijn werkzaam op bloemenplantages, honderdduizenden zijn indirect afhankelijk van de sector. Daarmee staat het land op de eerste plaats, maar ook Ethiopië, Uganda en Tanzania volgen hetzelfde pad. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan speelt zich een vergelijkbaar verhaal af, met Ecuador en Colombia als voornaamste productielanden voor de Amerikaanse markt.


Verbloemde werkelijkheid?

Hoe duurzaam zijn Keniaanse rozen? Verschillende wetenschappers rekenden uit dat de CO²-uitstoot van de Keniaanse rozenproductie, inclusief transport, vele malen lager ligt dan de uitstoot die nodig is om Hollandse serres te verwarmen. Maar Pat Thomas, journalist van The Ecologist, nuanceert deze stelling: “Enge CO²-berekeningen vertellen niet het hele verhaal. Om te beginnen moet je de hele levenscyclus van bloemen in rekening brengen, inclusief de fossiele energie verbruikt voor de teelt, de bemesting, de pesticiden en de koeling en ook methaanuitstoot bij het vergaan van oude bloemen. Daarnaast zijn er twee belangrijke elementen die je terecht doen twijfelen of een roos uit Kenia wel zo goed is voor het milieu, namelijk het gigantische verbruik van pesticiden en water.”

Om een roos tot bloei te krijgen moeten schimmels en bacteriën op afstand worden gehouden. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ligt dan ook zeer hoog in de bloemenindustrie. Daar komt nog bij dat de wetgeving in Afrikaanse landen vaak achterloopt waardoor pesticiden worden gebruikt die in Europa al lang verboden zijn, zoals DDT en methylbromide. Omdat bloemen geen voedingsmiddelen zijn, worden ze minder streng gecontroleerd en bestaat er geen waterdicht systeem om die pesticiden te bannen. In Kenia en Ethiopië worden arbeidsters nauwelijks opgeleid om chemische middelen correct te gebruiken. De gezondheidsklachten zijn dan ook legio. Daarnaast verslindt de teelt van snijbloemen water. Kenia en Ethiopië staan niet bepaald bekend om hun grote watervoorraden, dus plaatst Pat Thomas nog meer vraagtekens bij de ecologische impact van een niet-eetbaar luxeproduct dat uitsluitend wordt geteeld voor export: “De Keniaanse bloementeelt situeert zich vooral rond Lake Naivasha in het zuidwesten van het land. Dit enorme zoetwatermeer is een vitale waterbron. Het is ook de thuis van nijlpaarden, flamingo’s en andere diersoorten. Sinds de komst van de bloementeelt steeg de bevolking van 6.000 naar 240.000. Het waterniveau van het meer is gehalveerd, het water is vervuild – door het pesticidegebruik en door het rioolwater van de stad Naivasha – en de biodiversiteit wordt bedreigd. Ook de bloemenindustrie beseft dat er iets moet gebeuren of de regio stevent af op een ecologische ramp.”


Sociale meerwaarde?

Bloemen zorgen voor veel werkgelegenheid. Maar daarmee is nog niets gezegd over de kwaliteit van die jobs. De Nederlandse ngo HIVOS die in 2013 de campagne Power of the Fair Trade Flower lanceerde, vat de talrijke onderzoeken en rapporten over de arbeidsomstandigheden in de bloemensector als volgt samen: “Jonge vrouwen verrichten het meeste werk op de flower farms. Zij zijn gewild omdat ze zorgvuldig te werk gaan, wat noodzakelijk is bij dit tere product. Maar vrouwen zijn vooral ook goedkope arbeidskrachten. Ze verrichten ongeschoold werk tegen een schamele verloning. Ze hebben geen of nauwelijks toegang tot kennis en scholing waardoor elk perspectief op ontplooiing ontbreekt. Van vaste aanstellingen is vaak geen sprake en de tijdelijke contracten maken hen extra kwetsbaar. Uitbuiting en seksueel misbruik komen veelvuldig voor. Hun gezondheid loopt bovendien gevaar door het onzorgvuldige gebruik van chemicaliën.”

Wanneer je naar de concrete gegevens kijkt, wordt het nog schrijnender: “Bazen vragen seksuele gunsten in ruil voor een contractverlenging of een dag vrij. Wie een tijdelijk contract heeft, verliest haar baan bij een zwangerschap. Vaste medewerkers wort gevraagd vakantiedagen op te nemen in plaats van zwangerschapsverlof. Maar vooral de gezondheidstoestand van vele arbeidsters is verontrustend: hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid zijn meer regel dan uitzondering. Miskramen komen ongewoon vaak voor. Beschermende kledij is te weinig voorhanden.” Lange werkdagen kunnen in het hoogseizoen oplopen tot 16 uur. De verloning die daartegenover staat, is laag. Het minimumloon in de agrarische sector in Kenia bedraagt
€ 1,25 per dag. In Tanzania is dat 0,96 eurocent, in Ethiopië nog lager. Oeganda kent helemaal geen minimumloon.


Wildgroei aan labels

Vele mensen binnen de sector beseffen dat het ondanks de moordende concurrentie anders moet. Al in 1999 nam de internationale koepelorganisatie van bloemenhandelaars het initiatief voor een wereldwijde standaard met sociale en ecologische criteria. Dat resulteerde in 2006 in het Europese consumentenlabel Fair Flower Fair Plants (FFP), beheerd door een stichting in Nederland. Het label brak echter niet door en wordt vooral gebruikt voor in Europa geteelde bloemen.
Daarnaast gebruikt men soms internationale business-to-business standaarden zoals MPS-ABC, GLOBALGAP en ETI, zijn er bloemen op de markt met het ecologische label EKO en pakken Britse supermarkten uit met eigen private labels. Ook in het Zuiden beseft men dat het imago moet worden opgekrikt, dus kwam de Kenya Flower Council met een Code of Practice en Asocolflores in Colombia met een Florverde standaard.

Om die wildgroei aan labels te stoppen en tegemoet te komen aan de vraag van ngo’s en consumenten naar meer ethiek in de keten pakte de sector begin 2013 uit met de lancering van het Floriculture Sustainability Initiative (FSI). Ook ngo’s werden bij het proces betrokken. Het doel is zeer ambitieus: FSI wil dat in 2020 90% van de internationaal verhandelde bloemen en potplanten uit duurzame teelt komen. Daarvoor wil het vooral de samenwerking binnen de sector vergroten zodat er een gemeenschappelijke visie komt op wat duurzaam is. Jeroen Oudheusden, FSI programmacoördinator: “Door de talrijke labels ziet niemand nog het bos door de bomen. Bedoeling is niet om nog een nieuw label te creëren, wel om een instrument op te stellen dat de verschillende labels naast elkaar zet zodat telers en handelaars eindelijk duidelijkheid krijgen. Het moet transparanter en gebaseerd op feiten. Daarnaast willen we vooral informatie delen rond best practices op vlak van watergebruik, pesticidegebruik, mensenrechten en milieuvriendelijk transport.”


Fairtradebloemen
De FLO-criteria voor de bloemensector bevatten onder meer de volgende punten
  • De oprichting van een joint body van werknemers en werkgever die beslist waaraan de fairtradepremie (10% bovenop de eindprijs) wordt besteed. Werknemers hebben hierbij een vetorecht en de premie moet worden gebruikt voor gemeenschapsontwikkeling en betere werkomstandigheden.
  • Verbod op gedwongen arbeid en kinderarbeid onder 15 jaar.
  • Het recht om zich te organiseren in vakbonden en om cao’s af te sluiten.
  • Lonen moeten minimaal het regionale gemiddelde of het wettelijk minimumloon bedragen.
  • Een hele reeks veiligheids- en gezondheidsmaatregelen die het gebruik van kunstmeststoffen en pesticiden moeten beperken.
 
Eerlijke bloemen

In 2001 polsten de Zwitserse grootwarenhuizen COOP en Migros bij Max Havelaar Zwitserland naar de mogelijkheden om fairtradebloemen op de markt te brengen. Fairtrade International (FLO) zette zich aan het werk en in 2004 schoven in Zwitserland de eerste Fairtrade-gelabelde ruikers over de toonbank. Intussen zijn meer dan 50 plantages gecertificeerd in 17 verschillende landen, vooral in Kenia, Tanzania en Ecuador. In België zijn deze eerlijke bloemen vooral terug te vinden in de supermarkten Delhaize en Carrefour.


Impact van fair trade

In 2012 publiceerde het Center for Evaluation (CEval) in opdracht van Zwitserse en Duitse FLO-leden een impactstudie rond eerlijke handel. Naast kleinschalige West-Afrikaanse cacaoboeren werden ook grootschalige Oost-Afrikaanse flower farms in de studie betrokken. Het eindrapport stelt dat de arbeidsomstandigheden op de fairtradeplantages beduidend beter zijn dan in de omringende bedrijven, vooral wat betreft gezondheid en veiligheid, training en gender. Terwijl in de sector minder dan 20% een vast contract heeft, is dat op gecertificeerde plantages 85%. De fairtradepremie wordt besteed aan projecten die zowel de arbeiders als de ruimere gemeenschap ten goede komen. Zo ging de premie bij Finlay Flowers in Kericho naar de opleiding van onderwijzers en naar schoolmateriaal.

Bij de Oserian Flower Farm vlakij Naivasha werd ze besteed aan een opleidingscentrum, een campagne tegen aids, een seminarie over huishoudelijk geweld en de aankoop van een bus. Ook de aandacht voor het milieuvraagstuk is groter op gecertificeerde plantages. Zo is men bij Longonot Farm in de regio van Naivasha actief bezig met recyclage van water en hydro-electriciteit. Bij het certificeren van verschillende plantages in Ethiopië werden onmiddellijk 90 van de 120 gebruikte chemicaliën verbannen.



Trade for Development Centre
februari 2014

Foto's
1. Ecuadoriaanse arbeidster in de bloemensector © Sean Garrison voor Fairtrade International
2. Beschermende kledij is nodig © Kenian Flower Farm Research Project
3.Ecuadoriaanse fairtraderoos © Didier Gentilhomme voor Fairtrade International

Bronnen
Pat Thomas, Behind the Label: cut flowers, 2009: www.theecologist.org/green_green_living/behind_the_label/302429/behind_t....
HIVOS, Position Paper Power of the Fair Trade Flower, 2013: www.powerofthefairtradeflower.nl.
Fair Flowers. The Journey of the Rose. People, planet, profit. Special 2013: www.p-plus.nl/resources/articlefiles/PHIVOSroses.pdf.
FFP: www.fairflowersfairplants.com
FSI (Floriculture Sustainability Initiative): www.fsi2020.com
FLO: www.fairtrade.net/flowers.html
Rapport CEval:
http://www.fairtrade.org.uk/press_office/press_releases_and_statements/f....
Kristina Gårdman, Fairtrade and Human Rights in the Kenyan Cut Flower Industry, Lunds universiteit, 2008: http://lup.lub.lu.se/luur/download?func=downloadFile&recordOId=1315678&f....
Bruno Leipold en Francesca Morgante, The Impact of the Flower Industry on Kenya’s Sustainable Development, International Public Policy Review, juni 2013:
http://www.ucl.ac.uk/ippr/journal/downloads/vol7no2/flowerindustry.  Zie ook kenyaflowerfarms.wordpress.com.
Nicky Caestecker, The impact of Fairtrade on social upgrading in the cut Flower Industry in Kenya, Universiteit Gent, 2012, http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/895/262/RUG01-001895262_2012_0001_....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten